Ontspullen is hot. Er wordt veel over geschreven en de challenges vliegen je om de oren. Deels is dat te danken aan alle aandacht voor Marie Kondo, deels hangt het waarschijnlijk in de lucht. Het laatste wapenfeit is een artikel in het tijdschrift Flow over 30 dagen ontspullen.
Met al die aandacht ontstaat er natuurlijk ook een tegengeluid.
Er zijn genoeg mensen die die hele Marie Kondo maar niks vinden en die hun boeken gewoon houden. Ze genieten ervan., laten ze door hun handen gaan en herschikken ze. Wat nu niet relevant is, zetten ze in dozen op zolder. En daar worden ze blij van.
Deze mensen hebben wel een beetje een punt: bij alle aandacht voor ontspullen, lijkt het soms wel of het een doel op zich is om zo veel mogelijk weg te doen en zo min mogelijk over te houden. Om zo minimaal mogelijk te leven, in een zogenaamd ‘tiny house’ of met slechts 100 dingen.
Waar gaat het nou eigenlijk over?
Al die aandacht voor ontspullen heeft natuurlijk wel een reden. Het komt ergens vandaan. Die reden is dat veel mensen heel veel spullen hebben en zich daar niet prettig bij voelen. Veel mensen hebben het gevoel dat er meer moet zijn in het leven dan nog meer spullen kopen of een nog nieuwere smartphone aanschaffen.
Vooral jongeren lijken ook minder om bezit te geven. Die gaan voor ervaringen. Die zoeken geen status in een nieuwere, grotere auto. Zij vinden status in hun netwerk, waar ze van alles mee kunnen delen en waardoor ze heel veel voor elkaar kunnen krijgen. Zonder dat ze meteen een vol huis nodig hebben.
Het woord ontspullen is opeens opgedoken. Misschien komt dat door James Wallman. Hij schreef het boek Stuffocation, wat is vertaald als Ontspullen. De Engelse titel is wat dat betreft veelzeggender: een samentrekking van stuff, spullen, en suffocation, verstikking. We stikken in de spullen. En dat klopt dan wel met wat ik vaak hoor van mensen: ik heb geen ruimte om adem te halen.
Het kan ook dat ontspullen een vertaling is van het Engelse ‘declutter’. Daar is niet echt een goed Nederlands woord voor. Zelf gebruik ik liever het woord ontrommelen voor declutter. Dat geeft voor mij beter weer waar het om gaat: loslaten wat je in de weg staat, de rommel en de chaos. Datgene wat teveel is wegdoen en zo ruimte maken om te ademen.
Daarbij gaat het niet per se om het wegdoen op zich. Het gaat om wat je bereikt met dat loslaten: de ruimte die je krijgt om jezelf te zijn, om weer eens een boek te lezen om toe te komen aan je hobby’s, om tijd door te brengen met de mensen waar je van houdt.
Want daar gaat het uiteindelijk om: dat je je leven zo goed mogelijk kunt leven. Voor sommige mensen is dat met veel spullen, voor anderen met minder. Het is maar net wat je prettig vindt.
Het gaat er om dat je het juiste evenwicht vindt voor jezelf. Tussen ruimte en spullen. Tussen tijd voor jezelf en activiteit. Tussen prikkels en rust.
Daarvoor hoef je niet te ontspullen, je hoeft echt niet alles weg te doen. Het enige wat ervoor nodig is, is ontrommelen: loslaten wat je in de weg zit, overbodige ballast laten gaan.
Meer informatie over loslaten? Volg de Loslaatdag op Facebook